Description
Ecoducten zijn bedoeld om de versnippering van natuurgebieden tegen te gaan die is ontstaan door infrastructuur zoals (snel-)wegen en spoorlijnen. Voor veel diersoorten vormen dergelijke doorsnijdingen een onneembare barrière waardoor populaties afgesneden worden en op den duur kunnen uitsterven. Voor veel diersoorten is een aaneengesloten leefgebied van voldoende omvang een noodzakelijke voorwaarde voor overleven.
Vooral sinds de vijftiger jaren van de twintigste eeuw groeide de mobiliteit snel met als gevolg meer en vooral bredere wegen. Bijvoorbeeld op de A12 tussen Driebergen en Veenendaal steeg het aantal motorvoertuigen tussen 1960 en 2010 van 11.700 tot 90.000.[2] Daardoor werd het oversteken van het zuidelijke deel van de Utrechtse Heuvelrug - sinds 2003 een nationaal park - steeds moeilijker voor reptielen, amfibieën en zoogdieren zoals ree en das. De effecten van versnipperingen werden vooral van de zeventiger jaren steeds beter merkbaar: meer verkeersslachtoffers (en nog weer later - na het inkrimpen van de populaties - minder verkeersslachtoffers) en het verdwijnen van soorten uit gebieden waar ze eerst regelmatig voorkwamen.
Sinds 2004 werkt de Rijksoverheid in het kader van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) aan een systematische aanpak van de versnippering van de natuur door infrastructuur.[3]
Het ecoduct Mollebos speelt een cruciale rol in het herstel van de ecologische verbindingen op de Utrechtse Heuvelrug. Samen met het ecoduct Rumelaar en andere (kleinere) faunapassages zorgt dit ecoduct ervoor dat diersoorten zoals ree, das, boommarter, zandhagedis, hazelworm, maar ook insecten hun weg kunnen vinden van het zuidelijk deel van de heuvelrug naar het noordelijke. Het ecoduct is bovendien ontworpen om in de toekomst nog grotere diersoorten, zoals het edelhert de barrière van snelweg en spoorweg veilig te laten nemen.[4]
Help us provide more detailed information about this project by
contributing!